Ik woon in een vierkamerappartement met twee balkons, een garagebox, een keuken vol complete pannensets en accessoires, en mijn enige huisgenootje is mijn beste vriendinnetje. Ik ben nooit lid geworden bij de Grote Vijf, en hoewel een biertje er wel ingaat ben ik nooit dronken. Om tien uur ’s ochtends is mijn dag meestal al een tijd bezig. Ben ik een echte student? Ik weet het niet. Ik ben in ieder geval al wel lang student.
Ik heb al veel mensen zien komen en gaan sinds ik in Leiden woon. De barman van de Kroeg, die droomde van een carrière als kok in zijn eigen sterrenrestaurant en een appartement had vlakbij het daklozenslaaphuis, zodat ik telkens als ik bij hem langsging al mijn kleingeld kwijt was. De kleine blonde barman van de Einstein, die je overal lijkt tegen te komen. Of Hans met zijn blonde krullen en camera, die al lang afgestuurd is maar nog steeds alle studentenevenementen afloopt. Maar ook het meisje met de rode lippenstift en retro outfits, dat Engels studeerde en altijd op de rode banken in het Lipsius zat. Ik heb haar daar al lang niet meer gezien, maar af en toe is ze nog in het Plexfit. Zonder rode lippenstift trouwens.